Je kan in beroep gaan tegen de beslissing bij de arbeidsrechtbank.

Je moet dat doen ten laatste 3 maanden na de beslissing.

De termijn van 3 maanden begint te lopen vanaf de kennisgeving van de beslissing:

• vanaf de datum van de aangetekende brief waarin de beslissing staat (in principe is dat de dag nadat de brief verstuurd is door de afzender);
• vanaf de datum van het bericht van de postbode dat je een aangetekende brief gekregen hebt, als je niet thuis was;
• vanaf de datum van het ontvangstbewijs, als je de beslissing kreeg in het kantoor van de sociale zekerheidsinstelling.

Om beroep in te stellen, dien je een verzoekschrift in bij de bevoegde arbeidsrechtbank.

De arbeidsrechtbank van het arrondissement waar je gedomicilieerd bent, is bevoegd.

In de beslissing moet het adres van de bevoegde arbeidsrechtbank staan. Als je je beroep bij de verkeerde arbeidsrechtbank instelt, dan stuurt de griffier je verzoekschrift naar de bevoegde arbeidsrechtbank.

Je kan je verzoekschrift:

• opsturen via een aangetekende brief;
• afgeven op de griffie van de rechtbank
• (op de meeste griffies kan je ter plaatse een modeldocument invullen);
• online indienen via e-deposit.

In je verzoekschrift schrijf je zeker:

• je naam, voornaam, adres en rijksregisternummer;
• de datum en het refertenummer van de beslissing;
• dat je niet akkoord bent met de beslissing en waarom.
• Je moet geen juridische argumenten geven.

Je ondertekent je verzoekschrift met de datum erbij.

Je kan best een kopie bijvoegen van de beslissing(en) waarmee je niet akkoord bent.

De griffier stuurt je normaal een ontvangstbewijs binnen 15 dagen nadat je het verzoekschrift hebt ingediend. Als je geen ontvangstbewijs krijgt binnen 15 dagen, contacteer dan de griffier om te vragen of hij het verzoekschrift goed ontvangen heeft.

Je vindt de contactgegevens hier.

Als de termijn van 3 maanden voorbij is en je hebt geen verzoekschrift ingediend, dan kan je geen beroep meer instellen.

Soms kan je een nieuwe aanvraag indienen bij de sociale zekerheidsinstelling.

Je kan bijvoorbeeld het OCMW opnieuw om leefloon vragen. Het OCMW moet dan een nieuwe beslissing nemen. Als je niet akkoord gaat met de nieuwe beslissing, dan kan je binnen een termijn van 3 maanden in beroep gaan tegen die beslissing.

Lien