Wie kan worden aangewezen als bewindvoerder over de goederen en/of de persoon?
Als bewindvoerder over de persoon moet de vrederechter steeds de voorkeur geven aan familieleden.
Hij kan aanwijzen:
- de ouders of een van hen;
- de echtgenoot of de persoon die wettelijk of feitelijk samenwoont met de te beschermen persoon;
- een lid van de naaste familie;
- een persoon die de dagelijkse verzorging van de te beschermen persoon op zich neemt;
- een persoon die de te beschermen persoon begeleidt.
Als bewindvoerder over de goederen kiest de vrederechter bij voorkeur de bewindvoerder over de persoon.
Als de te beschermen persoon geen vertrouwenspersoon heeft, moet de vrederechter twee verschillende bewindvoerders aanwijzen, één voor de goederen en één voor de persoon.
Als er geen bewindvoerder over de persoon is aangewezen, wijst de vrederechter een van de volgende personen aan als bewindvoerder over de goederen:
- de ouders of een van hen;
- de echtgenoot of de persoon die wettelijk of feitelijk samenwoont met de te beschermen persoon;
- een lid van de naaste familie;
- een persoon die de dagelijkse verzorging van de te beschermen persoon op zich neemt;
- een persoon die de te beschermen persoon begeleidt.
Als er geen familieleden zijn of in geval van onenigheid binnen de familie kan de vrederechter een professionele bewindvoerder aanwijzen. In de meeste gevallen zal dat een advocaat zijn.
De organisatie Similes heeft een pool van vrijwillige bewindvoerders. Je kan vragen dat de vrederechter één van hun bewindvoerders aanstelt.
Sommige personen kunnen geen bewindvoerder over de goederen of de persoon zijn:
- personen die zelf onder bescherming zijn geplaatst;
- rechtspersonen;
- bestuurders of personeelsleden van de instelling waar de te beschermen persoon verblijft;
- personen die uit het ouderlijk gezag zijn ontzet.
De door de rechter aangewezen bewindvoerder is nooit verplicht die opdracht te aanvaarden. Hij heeft enkele dagen de tijd om aan de vrederechter te laten weten of hij ze aanvaardt of niet.